Maria van Liefland
8 mei 1883 - 20 oktober 1970
Over
Maria van Liefland deden er in de familie al dan niet vreemde verhalen de
ronde.
Ze
zou tijdens een ernstige ziekte haar achternaam gekocht hebben van iemand die
langs de huizen ging en mooie namen verkocht.
Ook
zou ze van rijke afkomst zijn geweest.
Hetgeen ik nog kan herinneren is dat mijn moeder vertelde dat oma als
meisje naar Goor is geweest om te werken bij een boer.
Wat
is waar en wat niet?
Omdat
er zoveel vragen waren en geen antwoorden heb ik heb een onderzoek gedaan naar
mijn oma, Maria van Liefland, in het Gemeente Archief van Amsterdam.
Hier
volgt haar verhaal.
Oma
werd 8 mei 1883 te Amsterdam geboren. Op de geboorte akte is echter een
aantekening te vinden van de Arrondissement Rechtbank te vinden.
Ook werd er na enig zoeken een doopregistratie
gevonden.
Gemeente Archief Amsterdam, in de doopboeken van
de R.K. Kerk H.Ignatius ‘de
Zaaier’, 432-67E, 1685-1970.
1883 8 may, Mariam
Parentes David van der Saan et Antonia van Liefland
Patrinia
Mater prot. (= moeder protestant)
Suppletae ceremoniae
1 junii
Ego U Rel domilaptizari in casu nesessatis
Dit betekend ongeveer
zoveel als (= volledige\toegevoegde ceremonie op 1 juni). (= nooddoop thuis).
Hieruit is het duidelijk dat er tijdens of vlak na
de geboorte niet goed ging met de pasgeborene.
Met spoed werd ze thuis gedoopt. Waarschijnlijk
hadden de ouders de verwachting dat Maria het niet lang zou uithouden. Toen
later bleek dat ze toch meer levensenergie had dan verwacht, werd er alsnog op
1 juni 1883 daarop volgend een 'toegevoegde' doop gedaan.
Het scheen Maria verder goed gaan.
Haar ouders trouwden op 10 februari 1886. En op 3
maart werd er een zoontje geboren. Het leefde slechts tien dagen. Tot overmaat
van ramp overlijdt moeder Antonia kort hierna.
Wat er vanaf dat moment met de vader, David van der Saan, is gebeurd is
duister.
Zag hij het niet zitten om de drie over gebleven
kinderen alleen op te voeden?
Wat zou de reden geweest kunnen zijn om weg te
gaan?
Volgens het bevolkingsregister woonde David in de Rozenstraat 153 van mei 1885 tot 23 oktober
1889 en vertrok daarna met onbekende bestemming (ambtshalve).
Hij lijkt dan van de aardbodem
verdwenen.
De kinderen worden 19 juli 1886 opgenomen in de Inrichting voor
Stadsbestedelingen te Amsterdam (door het
overlijden van de moeder en bij verlating door de vader). De drie zusjes
blijken een zwakke gezondheid te hebben. Op 24 december 1886 overlijd ook Dolphina.
Cornelia en Maria hebben nu alleen elkaar nog.
Uit
het Archief 344-566 van de Stadsbestedelingen blijkt al dat er enige verwarring
is over de naam van Maria. Ze wordt hier Maria Mechelina van der Saan genoemd.
Op
de plaats waar de naam van zus Dolphina is doorgehaald staat haar naam
bijgeschreven.
Waarschijnlijk
heeft men zich hier al in de namen vergist en het door doorhaling van woorden verbeterd
in de boeken.
Over
het overlijden van zusje Dolphina is in dit archief geen aanwijzing of
aantekening gevonden.
Al
kort nadat ze opgenomen werden zijn ze apart van elkaar uitbesteed (opgevangen?)
bij verschillende families o.a. in Goor.
Cornelia
was op dat moment zeven jaar en Maria drie jaar.
Tot
1 juli 1897 krijgt Maria onderwijs, ze is een goede leerlinge. In april 1895
heeft ze haar eerste communie gedaan. In
1898 begint ze met licht werk in huis bij de familie Veldhuis te Goor waar ze
dan woont.
Maria
heeft altijd te kampen gehad met een zwakkere gezondheid
Op
27 September 1907 krijgt Maria een kindje en noemt het Marinus van der Saan. Op de geboorte akte staat Maria Mechelina van
der Saan als moeder vermeld.
In
1909 wil ze gaan trouwen met Fransciscus Hendricus Staneke, de vader.
Maar
wat bleek, trouwen was niet mogelijk omdat ze niet bestond. er was geen
geboorte akte.
Hoe
was dit mogelijk?
Door
de problemen rond haar geboorte en in de periode daarna hebben haar ouders
verzuimd aangifte te doen van haar geboorte. Toen haar ouders trouwden en er
slechts twee kinderen werden gewettigd (Cornelia en Dolphina), hebben de ouders
wederom verzuimd haar bestaan kenbaar te maken.
Het
enige bewijs van haar afstamming, behalve door de algemene bekendheid, kon
alleen door haar doop akte geleverd worden.
Te goeder trouw heeft Maria altijd gedacht en aangenomen dat ze ook de tweede voornaam van haar moeder had en dat zij ook een gewettigd kind van David van der Saan was.
Samenvattend:
1. Er is geen geboorte akte.
2. Ze draagt niet de tweede voornaam van haar
moeder.
3. Ze is niet erkend door David van der Saan, dus
draagt ze deze naam niet.
4. Op de geboorte akte van zoontje is een onjuiste
tweede voonaam en familie naam opgegeven.
Op 13 oktober 1909 werd er door de Arrondissement
Rechtbank te Amsterdam op het verzoek van Maria tot aanvulling en verbetering
van de Register van de Burgerlijke Stand uitspraak gedaan.
Er werd alsnog in het geboorte register van de
Burgerlijke Stand van Amsterdam ingeschreven
dat op de achtste Mei 1800 drie en tachtig, des
ochtends te negen uur uit Antonia Megchelina van Liefland, ongehuwd en zonder
beroep, in hare woning Laurierstraat 95 te Amsterdam, is geboren een dochter,
aan wie de naam Maria is gegeven
En in de geboorte akte van haar zoontje Marinus van
der Saan, welke geboren is te Amsterdam de zevenentwintigste September 1900
zeven, evenals de vermelding van de erkenning van dit kind op de
achtentwintigste Oktober 1907, als naam van de moeder in plaats van Maria
Mechelina van der Saan vermeld als Maria van Liefland.
Tijdens de hoorzitting zijn ook Antonia Megchelina
van Liefland en David van der Saan geroepen als getuige. Haar moeder was al
reeds overleden en de rechtbank vermelde dat David van de Saan sinds 1886
spoorloos verdwenen was.
Hij was op 2 Maart 1902 te Veenhuizen in Drenthe
overleden.
Op één december 1909 vond dan toch het huwelijk
plaats en 12 april 1918 zijn ze
gescheiden.
Er waren vijf kinderen in dit huwelijk, waaronder
mijn moeder. Ze was de jongste.
En zij vertelde weleens dat zij een tweeling broer
had gehad. Deze geboorte staat niet vermeld in het huwelijksboekje van Maria
van Liefland.
Hij zou niet levend ter wereld zijn gekomen en
begraven zijn in het Vondelpark.
Weinig kan ik nog van haar herinneren.
Zondags naar oma in de Utrechtse dwarsstraat, daar
gingen we altijd met mama lopend heen.
Wij woonden in de Fokke Simonszstraat.
Ze had in de kleine voorkamer een potkachel staan,
die zal ik niet vergeten.
Ik ben wel eens met haar
samen naar de kerk geweest.
Schuin tegenover haar woonde tante Cis,
één van de twee dochters, op 1 hoog.
Maria van Liefland werd geboren op 8 mei 1883 en overleed 20
oktober 1970 te Amsterdam.